Roepen uit het raam
Door: Arjen
Blijf op de hoogte en volg Arjen
07 Juli 2018 | Verenigde Staten, Fort Bragg
Misschien behoeft dit laatste enige toelichting. Ik was in een woordenwisseling terecht gekomen met een kleine jonge vrouw die er inderdaad uitzag als een junk en in ieder geval dat gedrag vertoonde. Zij beschuldigde mij ervan dat ik haar exploiteerde. Wat was het feit: ik nam een foto van een verlaten theater waar groot Follow the Magic op de pui stond. Ik had haar wel zien staan en dacht nog dat ze een miskende actrice was die daar stond te wachten tot het theater ooit weer open ging. Maar zij was geenszins het onderwerp van mijn plaatje. Ze stormde op me af, scheldend, vloekend en tierend. Enkele citaten:
‘You should be in jail, or better: dead!’
‘If I would have a gun I would kill you!’
En meer van dit soort vriendelijke volzinnen verlieten haar mond. Ik kon daar feitelijk niet zoveel mee en volgde daarom de raad van de blonde vrouw in de witte pick-up op en negeerde haar om iets verderop in de supermarkt een bananenmelkje met heel veel suiker te kopen.
Het is niet zo dat we dit dagelijks meemaken, maar het valt beslist op hoeveel verwaarloosde mensen en - in het oud Nederlands - gekken hier op straat rondlopen. Met name in de grotere steden maar Garberville is met iets minder dan 1000 inwoners toch geen grote stad te noemen. Het is duidelijk dat de opvang van mensen met problemen hier vaak tekort schiet, wat op straat niet altijd een fijn gevoel geeft. Je begint te snappen dat de middenklasse zich hier opsluit in suburbane communities met neighborhood watch, waar je met je MPV of SUV snel in en uitrijdt om naar het werk, school of de supermarkt te gaan. Of naar de Taco Bell (lees hier: de MacDo, Burger King, Subway, Denny’s, TGFriday, KFC, Arby’s of Applebees), om daar uit je autoraampje iets te roepen naar de werknemer van dienst, die dat dan weer naar iemand anders roept, die het bij het volgende raampje klaarzet.
Is het dan altijd zo ongezellig?
Nee, dat valt dan ook wel weer mee. Twee dagen terug waren we voor de independence day viering in Eureka, ik kondigden dat al aan. En dat was heel gezellig. Noem het gerust een braderie in een middelgrote stad, met veel eten, snuisterijen en de politieke partijen die om de gunst van de kiezer dingen. Dat zijn er hier gelukkig maar twee! Er waren ook oude auto’s, een brandweerwagen die gerestaureerd moest worden, een echte politie wagen, zo een die je alleen in films ziet en hier, gewoon op de weg, en heel veel mensen in allerlei kostuums in de kleuren van de Amerikaanse vlag. Uncle Sam begroette vriendelijk allerlei kinderen met blauw/rode elfenvleugels en rood wit blauwe linten in hun haar. Honden, met name teckels, droegen een truitje met de stars en stripes, en jong en oud genoot van het vieren van de onafhankelijkheid, al etend en luisterend naar echte Amerikaanse muziek. Veel gitaar en drums en bij wijze van soundcheck het volkslied. Dat was voor de helft van de mensen op het plein het moment om even op te staan en zijn of haar hand op het hart te leggen.
We keken onze ogen uit. Zoveel vaderlandsliefde zie je toch zelden bij elkaar. Er is hier ook veel om trots op te zijn. Ik bedoel, zoals ik al schreef is dit een waanzinnig mooi land, met zijn kusten en zijn uitgestrekte wouden. Ook vandaag fietsen we weer door het Redwood, dat ons inmiddels vier dagen vergezeld. We reden nu over de Avenue of the Giants, wat natuurlijk refereert aan de bomen die erlangs staan. Je kan daar ook van alles mee doen, zoals doorheen rijden en daar een foto van nemen, een huis van bouwen of zelfs een huis inbouwen. Allemaal van een ongelofelijke truttigheid, dus we hebben onze tijd er niet aan besteed, net zomin als aan het bewonderen van het talrijke houtsnijwerk dat je hier kunt kopen. Zoals Pat scherp opmerkte: ‘je hebt hout en je hebt tijd want er is verder geen ruk te doen. Dan krijg je vanzelf heel veel houtsnijwerk.’
Inmiddels verandert het landschap, het wordt wat droger, minder groen. De temperaturen lopen ook op, we kunnen ons nauwelijks meer herinneren dat we anderhalve week geleden nog zaten te verkleumen op de camping en onze handen warmden rondom het brandertje. De avonden zijn nog net niet zwoel te noemen, maar het is nu wel aangenaam om tot wat later naast de tent te zitten, op de picknick tafels die op de campings in de State Parks bij elke plek staan, zelf bij de zogenaamde hiker/biker plekken waar je alleen als fietser of wandelaar gebruik van mag maken, voor weinig geld (tussen de $ 5 en $ 8 per persoon). Het warme weer, in combinatie met het feit dat we in ieder geval vandaag flink moesten klimmen, betekent wel dat we meer drinken. Naast het water in onze bidons, willen we nog wel eens een winkeltje langs de weg binnengaan om een blikje of flesje te kopen. Liefst met zo min mogelijk calorieën, want suiker krijgen we hier zat binnen.
En ik heb dan ook wel zin in een Spa Rood. Dat is echter niet zo’n makkelijke opgave. Want dat kennen ze hier vaak niet. Niet dat ik om een Speetje Red vraag, zo gek ben ik nu ook weer niet. Maar sparkling water zegt ze vaak niets, soda water iets meer en dan is het nog maar de vraag of het beschikbaar is. In supermarkten hebben ze het eigenlijk niet zonder smaakje, meestal van het chemische soort. Net wel een bruiswater met lichte komkommersmaak ontdekt, die de moeite van het consumeren waard is en niet meteen weer acht tot tien suikerklontjes je lichaam in jast.
Ondertussen bruist het hier rondom ons op de camping. Behalve op het hiker/biker veldje. Daar ligt iedereen al op één oor. Om goed uit te rusten voor morgen. Want dan gaan we over het hoogste punt van de route. Vijf mijl klimmen, langs de grote weg. Iedereen kijkt er naar uit en een enkeling kijkt er ook tegenop. Maar als het te zwaar wordt, rijdt er ongetwijfeld een pick-up langs waarin iemand uit het raampje enkele bemoedigende woorden roept.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley