Diepe kuilen op grote hoogte
Door: Arjen
Blijf op de hoogte en volg Arjen
04 Januari 2015 | Vietnam, Pleiku
Wat is er aan de hand? Met ons niet zoveel, behalve dag Pat zijn buik en darmen een wat moeilijker periode doormaken. Met de weg die wij volgen des te meer. Ik wijdde reeds een stuk aan wegwerkzaamheden. Toen zaten we nog op de AH1, de weg die langs de kust ligt en van Ha Noi naar HCMC leidt. Maar ook de Ho Chi Min highway, die overal als rustig alternatief wordt genoemd, ligt behoorlijk open. De eerste dagen dat we er overheen hobbelden overigens nog niet, maar de laatste drie dagen rijden we weer ongeveer permanent langs werkzaamheden. En werkelijk, daar lijkt geen enkel plan aan ten grondslag te liggen. Het lijkt alsof ze maar wat aanklooien en ik vrees dat dit ook het geval is. Soms rijden we daadwerkelijk over een stuk goed geasfalteerd wegdek. Dus als er resultaat is, dan mag het er wezen. Vaker rijden we door grind, ploegen we door het zand, of laveren we over veel te smalle stukjes weg, waar tegenliggers elkaar nauwelijks kunnen passeren. Het behoeft geen uitleg dat daar dan heel veel getoeter bij komt kijken. Hier geloven ze namelijk nog heilig is de kracht van de claxon. Als je maar genoeg lawaai maakt gaan mensen wel aan de kant.
Soms denk je dat je in een soort hel terecht bent gekomen, overal kiezels en kuilen om je heen waardoor je geen vaart kan maken, terwijl je rijdt tussen zwarte rook uitblazende vrachtwagens en toeterende personenbusjes en tegenliggers, niet zelden in de vorm van een enorme sleeperbus, probeert te ontwijken. Je ziet niets vanwege het opwaaiend stof. Er is totaal geen organisatie, wordt niets aangegeven of geregeld, elke bestuurder doet maar wat 'm zelf het beste lijkt. Gek word je ervan.
En als het bij gek worden zou blijven... Ook ons materiaal heeft eronder te lijden. We hadden de afgelopen twee dagen naar liefst twee lekke banden. Eén omdat ik met teveel vaart in een diepe kuil reed. Dat trok mijn voorband niet; bovendien vloog mijn bagage er deels af en verspreidde zich over de weg. Nog een wonder dat ik zelf niet over de kop vloog. Vandaag was Pat aan de beurt, minder spectaculair, maar net zo plat. Gelukkig hebben we reservebanden bij ons, dus we kunnen binnen tien minuten weer verder. Inmiddels zijn we wel door die reservebanden heen, dus het moet morgen niet opnieuw bal zijn. Ook mijn derailleur heeft het zwaar te verduren. Door al de klappen en het stof, hield hij ergens halverwege een grindbak op met functioneren. Die tandenborstel die we laatst ergens uit een hotel mee jatten, bood uitkomst. Maar daar sta je dan wel, stof te happen vanwege het passerend verkeer. Een welgemeend godverdomme verliet op dat moment dus wel even mijn mond, de landmeters die iets verder op weet ik veel wat aan het doen waren opschrikkend. Ik wierp ze een uiterst agressieve blik toe, alsof zij de bron van het kwaad waren en heb ze verder genegeerd. Waarschijnlijk doen ze ook maar wat....
Echt waar, het enige dat ik op een gegeven moment kan denken is: dit volk heeft een oorlog gewonnen van De Verenigde Staten van Amerika. Daar is toch enige organisatie voor nodig, zou je denken. Hoe is Godsnaam is het dan mogelijk dat ze niet eens fatsoenlijk een weg kunnen verbeteren? Hoe hebben ze deze weg überhaupt hier gekregen? Of waren die Amerikanen zo dom?
Daarom kan ik niet anders dan een groot negatief reisadvies voor fietsers in Vietnam uitvaardigen! In ieder geval de eerste tien jaar, want sneller gaan ze het echt niet fixen. Of je moet lekker rond Ha Noi rondjes willen fietsen, dat gaat best.
Met pijn in het hart, dat wel. Want het kan hier best leuk zijn. Zo hebben we net een heerlijke Pho Ga (noedelsoep met kip) zitten eten bij een stalletje op straat. De Bahn Bao (zeg maar Ba Pao) verkoopster had fijn een televisietoestel in haar karretje ingebouwd en komt zo de avond wel door. Het cafeetje waar we eerder vanavond verpoosden, was ook heerlijk rustig, met wat plaatselijke jeugd uit dit verder nogal onooglijke Ea Drang, waar we vanmiddag neerstreken, zwart van het stof en niet bepaald voldaan. Maar na een pisstraal warme douche in een eenvoudig doch schoon hotel, is er alweer veel vergeten en gaat de blik alweer op morgen.
We bevinden ons overigens nog steeds in de bergen van zuid west Vietnam. Er zijn hier veel hoogvlaktes waardoor je niet altijd door hebt dat je best hoog zit. EA Drang ligt op zeshonderd nog wat meter en we zitten al dagen rond die hoogtes. Eigenlijk is dit het gebied van de bergvolkjes, die we dan ook regelmatig zien, denken we. We menen andere gezichten te zien, wat meer Chinese of Mongoolse trekken, niet te verwarren met mongoloïde. Vandaag zagen we ook wat mannen in traditionele vesten lopen, van een speciaal weefsel, met een rood vierkant voorop. Heel folkloristisch allemaal. Maar de meeste bergvolk mensen zien we toch op de weg, zittend op een soort primitieve tractoren, met een volledige open motor (handig bij reparaties, maar of het veilig is, al die draaiende onderdelen...?) hout vervoerend. Waarschijnlijk voor de koffieteelt, waar dit gebied ook beroemd om is. Nu kan ik geen koffieplant van een kokospalm onderscheiden (hoewel; dat zou misschien nog net wel lukken), maar gezien de enorme hoeveelheden koffiebonen die langs de weg liggen te drogen en soms ook gemalen worden (moeten ze niet eerst gebrand worden?), geloof ik dat maar al te graag! En dat allemaal dankzij de inzet van al die bergvolkjes, die met ons door het stof zwoegen.
Uiteindelijk voelen wij ons ook een beetje een eigen bergvolkje. In ieder geval voelt het soms alsof er een heel bergvolkje op de bagagedrager zit. Maar net als al die bergvolkjes, zetten wij gewoon door. Geen kuil, hoe diep ook, houdt ons tegen!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley