Zo, dat weten we dan ook weer
Door: Arjen
Blijf op de hoogte en volg Arjen
13 Januari 2015 | Vietnam, Ho Chi Minhstad
Je moet nooit chao long bestellen, of je moet van rijstepap houden. Want dat is het: een soort smakeloze rijstepap. Wel kregen we er wat dingen bij om er doorheen te roeren. We herkenden niet wat het was, maar het was enigszins lekker. Halverwege de maaltijd suggereerde ik dat het misschien meelwormen waren. Dat was niet zo'n heel goed moment, want de tanden waarmee we zaten te eten werden alleen maar langer! Kies voor een Pho bo, een com ga of een banh xeo (Vietnamees pannenkoekje) als je zeker wilt zijn dat het smakelijk is. Zo, dat weten we dan ook weer.
Socialisme en markteconomie zijn best te combineren. Je kan overal hamers en sikkels ophangen terwijl iedereen gewoon handelt dat het een lieve lust is. Als je wat doorzoekt kom je er wel achter dat veel bedrijven hier nog steeds staatsbedrijven zijn, zo zijn de grootste mobiele telefonie providers hier in handen van respectievelijk het ministerie van defensie en het ministerie van publieke veiligheid. Overal waar Vina voor staat (Vinaphone, Vinamilk, Vinatex, Vina Hotel en Vinasun) betekent dat dat bedrijf in handen is van de socialistische heilstaat. Verder merk je daar niets van, op het feit na dat de regering overal in het land gele overheidsgebouwen heeft neergezet met een meer dan communistische uitstraling. Ja, ook hier zorgen de machthebbers goed voor zichzelf. Zo, dat weten we dan ook weer.
Plaatsen kunnen in Vietnam verschillende namen hebben. HCMC wordt door iedereen nog steeds Saigon genoemd. Maar dat is te verklaren in het licht van 1975. Maar waarom heet Kham Duc ook Phuoc Son, Dak Glei ook Ngoc Hoi, Tan An ook Long An en My Tho ook iets anders wat overal op de borden stond, waardoor wij soms bij god niet wisten waar we heen moesten, waarbij de tamelijk waardeloze kaart waarmee we het moesten doen doorgaans nauwelijks uitkomst bood en Google maps niet overal een gps signaal opving. Daarnaast wil de navigatie de namen ook wel eens door elkaar gooien, zo vertelde een Duits stel dat op een brommer de Mekong Delta verkende ons. Dan is het fijn als je enigszins richtinggevoel hebt en een beetje op de zon kunt navigeren, waardoor we alleen op de eerste dag, Ha Noi in, flink de weg kwijt zijn geweest. Voor Ha Noi overigens nooit een andere naam gezien. Zo, weten we dat ook weer.
Schier alles kan op een scooter vervoerd worden. Ongelofelijk wat we soms langs zagen komen. Metershoog opgeladen met zaken rijst, allerhande huishoudelijke artikelen, met name bezems en plumeaus, en een enkele keer zelfs levende have in de vorm van kippen of eenden. En vissen, voor de verkoop. Allemaal plastic zakjes met goudvissen erin, in een cirkel, wel een meter hoog. Op een fiets kan je ongeveer net zoveel kwijt, maar dan moet je wel even lopen als je een brug of een heuveltje op moet. Met een cyclo, met name gebruikt om toeristen in rond te rijden, kun je makkelijk langere dingen vervoeren, zoals ladders en staaldraad voor de bouw. Hoe krijg je dat er allemaal op, zou je zeggen? In Hue waren we daar getuige van. Plank op je scooter schroeven, 'm scheef leggen, paar vriendjes erbij roepen om met vereende krachten een loodzware zak erop te schuiven, scooter weer verticaal duwen en hup met de geit. Zo, dat weten we dan ook weer.
De jeugd is hier dol op biljart! In alle steden en dorpen, in noord en zuid Vietnam zijn kleinere en grotere hallen vol biljarttafels. Als je er langs rijdt of loopt hoor je het gekets van de keuen tegen de ballen en de ballen tegen elkaar. Snooker heb ik hier niet gezien. Ook vinden de jongeren het leuk om een soort voet badminton te spelen. Ze trappen een shuttle naar elkaar en doen dat met grote behendigheid. Net al bij balletje hoog houden doen ze allemaal trucjes, zoals een hakje of een omhaal. Gisteren zagen we een aantal toppers in een park in Saigon daarmee bezig. Alsof hun leven er vanaf hing. Dat zag er spectaculair uit. Daarnaast stond een grote groep vrouwen van middelbare leeftijd aerobics te doen. Dat zag er een stuk minder uit. Zo, dat weten we dan ook weer.
Hotelkamers zonder raam zijn in veel Vietnamese hotels eerder regel dan uitzondering. Die krijg je vaak ook als eerste aangeboden, omdat ze er vanuit gaan dat je - misschien omdat je fietst - zo goedkoop mogelijk wilt slapen. Een kamer met raam is doorgaans duurder. Scheelt soms wel vier euro! Op een gegeven moment hadden we door dat we even moesten doorvragen (of doorgebaren, aangezien het niveau van elke andere taal dan Vietnamees meestal erg laag was), om toch op een kamer met raam terecht te komen. We zagen veel verschillende hotels van binnen, van hele vieze - met EA Drang als dieptepunt - tot hele mooie, in Hue en Hoi An. Het Mekong Riverside Resort spande de kroon wat betreft luxe en comfort, met zelf een soort van livemuziek uit een keyboard tijdens het eten. Ik moest nog wel even checken of de muzikante nog leefde, zeker toe ze nog aan het andere eind van het restaurant, ver weg van de spaarzame gasten, zat te spelen. Ondanks al deze luxe, was de nacht ervoor, in het Thao Ngi guesthouse, tussen de honden en kippen die over het erf renden en tussen de vruchten die spontaan uit de boom kwamen vallen, eigenlijk veel leuker. En (je blijft natuurlijk Nederlander) ongeveer vijf keer zo goedkoop. Zo, dat weten we dan ook weer.
In Vietnam moet je betalen voor de natte doekjes, de wet tissues, die je in wat meer upmarket restaurants krijgt. Ze leggen ze neer op tafel en dan staan ze ook opeens op de rekening! Voor 2.500 dong. Dat ben je niet gewend. Ik kan me eigenlijk alleen nog herinneren dat ze in Portugal vaak ongevraagd voorgerechtjes en brood op tafel zetten en dat in rekening brengen als je ervan geproefd hebt. Vonden we toen heel gek. Als je op straat eet krijg je geen wet tissue. Je mag blij zijn met een klein stukje ruw papier of een toiletrol. Als je het papier gebruikt hebt, gooi je het op de grond. Net zoals botjes en andere resten van het eten. Hoe viezer de vloer, hoe beter het restaurant, aldus de Lonely Planet. Want dan hebben ze het zo druk dat ze geen tijd hebben alles op te vegen. Zo, dat weten we dan ook weer.
Een lotus opent zich overdag en sluit zich als de avond valt. Als hij open is laat bij zijn prachtige gele hart zien. Ik schreef reeds dat de lotus het nationale symbool van Vietnam is, maar als hij afgebeeld wordt is dat meestal in gesloten toestand. Wil het land zijn ware schoonheid niet tonen? Of hebben we soms toch een glimp van het werkelijke hart van Vietnam opgevangen, al fietsend langs kusten, door bergen, door steden en dorpen, door rijstvelden, langs plantages en watervallen, door zon en door regen, over asfalt vol kuilen, over kiezels en over perfecte wegen waar zelfs ruimte gemaakt werd voor fietsers? Langzaam openbaarde de kern van de lotus zich steeds meer, zoals de laatste avond onderweg, in de landerige provinciestad Tan An, waar we op een groot volksfeest, een soort mega braderie met eettentjes, verkoopdemonstraties, optredens en heel veel kinderspelletjes, terecht kwamen. We vielen als enige westerlingen wel een beetje op, gezien de starende blikken, maar voelde ons wel welkom. Zo, weten we dat ook weer!
Er is wifi op Tan Son Nhat International Airport, zodat ik dit laatste bericht nog net voordat we Vietnam verlaten kan versturen. Zo, weten we dat ook weer.....
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley