Na de vulkaan rechts afslaan
Door: Arjen Barel
Blijf op de hoogte en volg Arjen
06 Oktober 2016 | Japan, Miyazaki
Nouja, niet echt. Hij besloot twee dagen terug wat af te buigen en nu is ie onderweg naar Busan. Dus heeft die man die we onderweg een net over het dak van zijn vervallen schuur zagen spannen om te voorkomen dat de pannen er vanaf zouden waaien dat voor niets gedaan. En ook de reclame vlaggetjes die overal staan te wapperen, zijn voor niets naar binnen gehaald. Niet dat we helemaal niets gemerkt hebben. Gisteren waaide het hard, bij vlagen heel hard en we fietsen nu zoveel mogelijk tussen regenbuien door. Maar dat is te doen. Vandaag één fikse plensbui gehad maar tegen de tijd dat we in Miyakonojo aankwamen waren we dat alweer bijna vergeten.
Zoals we Miyakonjo waarschijnlijk na morgen ook weer vergeten zijn. Wat een gat is dit! En geen klein gaatje, nee hier wonen ruim 150.000 mensen. Nog wel, want het ontvolkt hier blijkbaar snel. Wie wil hier ook zijn? Er is hier werkelijk helemaal niets te beleven. Ja, je kan naar de mall. Die is nog wel aardig, niet zo depressief als die van Kanoya, het gat waar we gisteren waren. Ook daar niets dan treurigheid. Een stad in verval, anders kan ik het niet omschrijven.
Alleen het treinmuseum staat nog fier overeind. We stiefelden er per ongeluk binnen, op zoek naar een plek om koffie te drinken. De bejaarde suppoost, de enige andere aanwezige, schrok wakker van onze plotse verschijning en ging onmiddellijk aan de gang met het aanzetten van de behoorlijk treinbaan, waarop verschillende treintjes rondjes reden, en de gigantische televisie met daarop beelden van een treinreis. Wij deden een verplicht rondje om de oude man niet teleur te stellen. Pat grapte zelfs dat we hem konden vragen of ie ook koffie kon zetten. Niet gedaan natuurlijk en als we het wel gedaan hadden had het een grap voor onszelf gebleven; hij had het ongetwijfeld niet verstaan.
Het blijft toch wat met dat Engels hier. Het is eigenlijk ongelofelijk hoe beperkt dat is, hoewel de gemiddelde Japanner natuurlijk net zo goed kan tegenwerpen dat het Japans van de gemiddelde Europeaan ook heel beperkt is. Niettemin blijft het soms een worsteling. Bijvoorbeeld op het moment dat je een restaurant binnenloopt en ontdekt dat er geen picture menu is. Je gaat je alweer voorbereiden op het nadoen van een varken, kip of koe. En als je weer omstandig iets wordt duidelijk gemaakt in het Japans, zeg je op een gegeven moment maar 'hai' wat zoveel als ja betekent, om er maar vanaf te zijn en in de hoop dat je niet weer iets stoms besteld hebt. Tot op heden was de schade beperkt tot een extra kop koffie of thee.
Groot is wel de verrassing als je opeens iemand aan je tafel hebt die redelijk vloeiend Engels spreekt. Het overkwam ons vanmiddag in een restaurant in een Road Station hier zo'n twintig kilometer vandaan. Een jonge serveerster vroeg in het zeer verstaanbaar Engels wat we wilden eten. We hadden zin in Katsu Don, varkensschnitzel op rijst. Pat stond alweer op het punt om knor geluiden te maken maar het meisje zei: 'we have two kinds, one of black pork and one of white.' We waren even te perplex om meteen te antwoorden en uiteindelijk stamelden we: 'black pork, please.' Geen flauw idee wat het verschil is, behalve dat we ergens opgevangen hadden dat dit een specialiteit van deze streek is. Volgens mij is het varkentje gewoon zwart in plaats van roze. We hadden het waarschijnlijk gewoon kunnen vragen en in het perfect Engels een respons gekregen. En eigenlijk is het heel fijn om je heel even uit te kunnen drukken in een taal die je beheerst en dat je dan ook nog begrepen wordt. Navraag leerde dat het meisje een tijdje stage gelopen had in Australië. Dat zouden meer Japanners mogen doen! Maar niet uit deze streek, want die is al zo leeg!
Behalve aan de vruchtbare voet van de vulkaan, waar we gisteren voorbij fietsen. Een actieve vulkaan. Vaak kun je op grote hoogte wat lava zien stromen. Die vulkaan staat op het eiland Sakurajima, dat weer voor de kust van de meest zuidelijke Japanse metropool ligt, Kagoshima. Soms moeten de mensen daar hun parapluutje meenemen om zich te beschermen tegen een regen van as. Dat vinden ze daar de normaalste zaak van de wereld. Kagoshima wordt ook wel het Napels van Japan genoemd. Misschien noemen Japanners Napels wel het Kagoshima van Italië. In ieder geval kwam er toen wij er rondliepen geen as uit de lucht. Op gezette tijden wel heel veel water. Vanwege die tyfoon die maar niet kwam.
Zoveel natuurgeweld zijn we in Nederland vrijwel niet gewend. Zo nu en dan een flinke hagelbui of herfststorm, maar zelden in de heftigheid die ze hier zo nu en dan meemaken. Het lijkt niemand te deren, zolang de Shinkansen maar op tijd rijdt. En wij? Wij slaan na het passeren van de vulkaan gewoon rechtsaf, richting oorden als Kanoya en Miyakonojo die nu wel voldoende aandacht gekregen hebben!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley